In die tijd was het misdadig en terroristisch karakter van IS volgens de rechtbank duidelijk. De verdachte had een eed van trouw afgelegd en stond ook op de loonlijst van de terroristische organisatie. Hij had een identiteitsbewijs van IS en woonde in huizen van de organisatie.
Volgens de rechtbank was er onvoldoende bewijs dat de man ook daadwerkelijk meegevochten had met IS. De rechtbank hield ook rekening met het vrijwillig vertrek uit het strijdgebied en dat de man inmiddels...
bron: Blik op Nieuws